zondag, maart 20, 2005

Biotechnologie en biodiversiteit

Het Metapo-S.O.S.-Studiecentrum (SOS) is een studiecentrum en de thuiste van een denkschool. SOS houdt zich niet bezig met politiek, maar met metapolitiek. Dat wil zeggen met een gericht zijn op datgene wat achter de politiek ligt. Het gaat uit van de constatering dat ideeën een fundamentele rol spelen in het collectief bewustzijn en meer algemeen in de hele geschiedenis van de mensen. Metapo-SOS beschouwt het als haar taak mee te werken aan die ideeënvorming en wel op een vernieuwende, soms synthetiserende, soms explorerende wijze.
De visie van Metapo-SOS loopt in zeer grote lijnen gelijk met het ‘Manifest voor Europees herstel en vernieuwing’, een vervolg- en hernieuwde versie van het eerdere ‘Manifeste de la Nouvelle Droite’ van de GRECE, waaraan SOS mede haar ideeën en visie heeft mogen toevoegen. Dit ‘Manifest voor Europees herstel en vernieuwing’ is gepubliceerd in TeKoS 95 (2000) en geplaatst op de webstek van LANS (lans.op.het.net).


Biotechnologie en biodiversiteit

Ons engagement is wezenlijk een inzet voor het behoud van de natuurlijke verschillen, zowel van verschillende soorten als van een zo groot mogelijke genetische gedifferentieerdheid binnen elke soort, maar ook van een zo groot mogelijke verscheidenheid van (inheemse) culturen en religies. Ondermeer vanwege het ontbreken van 100% (wetenschappelijk aangetoonde) zekerheid omtrent het niet ontstaan van ongewenste ‘bijwerkingen’ als gevolg van toegepaste biotechnologie, kunnen we niet anders dan deze voorlopig in zijn geheel afkeuren.

1 Biodiversiteit

Voor wat betreft de natuur gaat het ons dus om het behoud van een zo groot mogelijke biodiversiteit, niet om de kunstmatige schepping er van. Biodiversiteit wordt door Edward Wilson gedefinieerd als

,,De verscheidenheid van organismen die op alle niveaus wordt verondersteld, van genetische varianten behorend tot dezelfde soort via groepen van soorten tot groepen van geslachten, families en nog hogere taxonomische niveaus; ook inbegrepen is de variatie van ecosystemen. Deze omvat zowel de gemeenschappen van organismen binnen speciale habitats als de fysische omstandigheden waaronder zij leven.”

De biodiversiteit verschaft de natuur de middelen om zichzelf optimaal te verrijken en om betere overlevingskansen voor meer levensvormen te scheppen. Soorten, bijvoorbeeld, met een bredere genetische variabiliteitsbandbreedte zijn nu eenmaal beter aangepast en zullen, bijvoorbeeld bij schommelingen van klimatologische waarden zoals de temperatuur, nu eenmaal makkelijker overleven. Biodiversiteit heeft een intrinsieke waarde voor de in stand houding, de rijkdom en de voortgang van het leven.
Dat de biodiversiteit in zekere zin door elke gastronomische daad of gewoonte van een afzonderlijke levensvorm wordt aangetast, is een natuurlijk en onontkoombaar gegeven. Dat dat ook voor de menselijke culinaire en consumentaire handelingen geldt, geeft ons nog geen vrijbrief tienduizenden plant- en diersoorten uit te roeien en tienduizenden andere duurzaam te bedreigen. De clou zit hem namelijk in de balans die over het algemeen aanwezig is. Eten en gegeten worden, maar ook leven en laten leven. Die balans ontbreekt bij de huidige menselijke handelingen volledig.
Uit de intrinsieke waarde die de biodiversiteit heeft voor de natuur volgt de intrinsieke waarde van het bestaan van alle levensvormen samen. Het verdwijnen van een levensvorm ten gunste van een nieuwe is eigen aan het leven. Het verdwijnen van een levensvorm zonder meer is onherroepelijk verschraling. Hieruit volgt dat elke afzonderlijke levensvorm een (andere) intrinsieke waarde heeft, aangezien het verdwijnen zonder meer van elke willekeurige levensvorm in dezelfde mate de biodiversiteit schaadt.
Dit laatste geldt echter niet in alle gevallen. Eén van de uitzonderingen op deze regel van de gelijke biodiversiteitswaarde is natuurlijk het geval van de twee levensvormen waarvan de één meer direct bedreigend is voor het voortbestaan van andere levensvormen dan de ander. Het moge duidelijk zijn dat Homo sapiens de laagste biodiversiteitswaarde op deze aarde heeft en dus, vanuit de optiek van de natuur, node gemist kan worden. Om een bekende spreuk aan te halen: De boom kan prima zonder de mens, maar de mens kan niet zonder de boom. Weinig mensen zijn zich hiervan bewust.
Ten overstaan van de biodiversiteit kunnen we ons als mensen op twee manieren opstellen. We tasten de biodiversiteit nog verder aan of we houden hier onmiddellijk mee op. In het geval we kiezen voor verdere verarming, sluiten we ons aan bij een lange rij oude en nieuwere tradities waaronder die van de volkeren van het boek, de liberaal-kapitalistische, de klassiek- en sociaaldarwinistische, de communistische, de militaristische en, jawel, de groene. Gemeenschappelijke trek in deze verschillende tradities en verantwoordelijke voor de grote kaalslag in de natuur is: het antropocentrisme.

2 Etnische, culturele en religieuse verscheidenheid

Daar de mens een biotisch wezen is, kunnen we zonder veel omhaal stellen dat etnische verscheidenheid een vorm van biodiversiteit is, en dus meedeelt in het hebben van de intrinsieke waarde die biodiversiteit heeft. Gewortelde stammen en volkeren, met hun met de ecosystemen vergroeide culturen, verdienen alle respect als het gaat om het behoud van de biodiversiteit.
De Westeuropese universalistische traditie heeft, in de vorm van kolonialisme en neo-kolonialisme, sinds eeuwen niet aflatend gepoogd alle ecosystemen om te vormen tot win- en delfgebied en hiertoe alle culturen omgevormd tot arbeidvoorzienings- en afzetgebied. Dat dit alleen mogelijk is bij een hoge mate van culturele gelijkschakeling is evident. Wereldwijd klinkt thans de roep van stammen, volkeren en/of hun intellectuelen om deze gelijkschakeling ongedaan te maken, politiek, sociaal, economisch, cultureel. Het is de morele plicht van het Westen deze volkeren hierin bij te staan, de veroorzaakte schade te (helpen) herstellen en de handen er verder van af te houden. Alleen volkeren met aan de ecosystemen aangepaste leefwijzen kunnen duurzaam leven en laten leven. Nog compacter gesteld: ,,You can’t have biological diversity without cultural diversity.”2
Waar het, ter overleving, in de kern dus om gaat is etnopluralisme en om het behoud van een zo groot mogelijke culturele diversiteit. Daarbij nemen we afstand van of een kritische houding aan ten opzichte van alle, religieus of niet, egaliserende en/of universaliserende proces-systemen en tendensen.

3 Biotechnologie

Ten aanzien van de biotechnologie brengen we verschillende soorten bezwaren naar voren. We zijn ons er van bewust dat de biotechnologie pas aan het begin van een lange en ingrijpende ontwikkeling staat. Bijgevolg staan onze standpunten dat in potentie ook.
Voor wat betreft de niet op mensen toegepaste biotechnologie:
· Genetisch gemanipuleerde organismen die zich ongewild buiten het laboratorium of de broeikas voortplanten zorgen ervoor dat gemanipuleerde genen in de natuur terecht komen die er niet meer uit de destilleren zijn. Bij onbekende ‘bijverschijnselen’ dus een zuiver waagstuk met grote verantwoordelijkheid.
· Er moet absolute wetenschappelijke zekerheid bestaan over het wel of niet optreden van ‘bijverschijnselen’, alvorens biotechnieken toe te mogen passen. Voorlopig bestaat dit nog allerminst.
· …
Voor wat betreft de op mensen toegepaste biotechnologie:
· Het gevaar is reëel dat, na een eerste periode van biotechnologisch experimenteren, elke volgende biotechnologische ingreep noodzakelijk is om ongewenste en/of onvoorziene gevolgen van eerdere ingrepen ongedaan te maken of in minder ongewenste banen te leiden. Zo’n proces van gissen en missen waarbij we steeds meer achter de feiten aan zullen lopen, lijkt als proces voor gentechnici misschien erg interessant, voor de individuele slachtoffers is het de waanzinnigste vorm van gedupeerd worden: onongedaanmaakbaar geslachtofferd zijn door proces- of winstgeile eigenbelangenzoekers.
· Leven en dood, (on)geluk, (on)heil, (on)geduld, (on)tevredenheid, menselijke waardigheid, liefde, familiebanden, het lichaam, ziekte en gezondheid, verantwoordelijkheid, aanspreekbaarheid, … zullen een andere betekenis krijgen dan de huidige. Het is nog maar de vraag of die nieuwe betekenissen ons gelukkiger of meer mens maken.
· …
Zonder de lange lijst van argumenten hier neer te schrijven, komen we voorlopig tot een algehele afwijzing van de biotechnologie.

4 Streven: biopluralisme en etnopluralisme

Wanneer we een kritische houding aannemen ten opzichte van het antropocentrisme – deze daad zal de moeizaamste zijn –, en ten opzichte van alle universalistische tendensen en de biotechnologie, dan rest ons nog slechts het herschrijven van de geschiedenis, het herdefiniëren van onze (d.i. van alle levensvormen) huidige toestand en het nemen van de juiste maatregelen die ons (idem) en de Aarde in staat doen zijn te overleven. De mens aanwijzen als massa- en seriemoordenaar en vernietiger van zijn eigen omgeving zal hierin een prominente plaats krijgen. Toch moeten we niet vervallen in het andere uiterste, het biocentrisme. Echter, zonder een radicale herwaardering van de natuur en een relativering van de plaats van de mens daarin zal, om het veelgebruikte beeld nog maar weer eens op te roepen, terwijl we zelf de rails voor ons bezig zijn te vernietigen, de trein inderdaad steeds sneller en stuurlozer voortrazen. Er zijn er al enkelen afgesprongen. Wie volgt?
Hier volgen enkele concrete voorstellen waarbij we ons laten leiden door voordenkers uit de diepte-ecologie als Aldo Leopold, van wie de volgende uitspraak afkomstig is: ,,A thing is right when it tends to preserve the integrity, stability and beauty of the biotic community. It is wrong when it tends otherwise.”3
Deze voorstellen houden dus ook een volledige en wellicht pijnlijke breuk in met het Europacentrisme en de mensenrechten- en vooruitgangsapologetiek.
· Intact laten van de biodiversiteit, zodat het leven zich verder natuurlijk ontwikkelt.
· Drastisch inkrimpen van de thans explosief stijgende (wereld)bevolking en vervoersgekte, zodat de natuurlijke wildernis weer plaats krijgt en daardoor natuurlijke ontwikkeling meer ruimte.
· Alle lokale culturen en (natuur)religies intact laten, als eerste door er geen toeristische bezienswaardigheden van te maken, massale ‘antropologische’ veldwerkstudies te verrichten en exotische buitenverblijven te bouwen.
· Stoppen met alle ontwikkelingshulp, zodat plaatselijke jacht-, veehouderij- en landbouwmethoden weer kans krijgen. Stoppen met het invoeren van monoculturen en bevorderen van de teelt en vervaardiging van streekeigen producten door de zelfstandige lokale bevolking, zodat de plaatselijke natuurlijke diversiteit weer wordt gewaardeerd en kan herleven.
· Omkeren van de migratiestromen, zodat de bevolking in de concentratiecentra weer afneemt en de gewortelde, homogene lokale gemeenschappen wereldwijd hun ecologische functie kunnen behouden of heropnemen.
· Het onmiddellijk ophouden met alle onomkeerbare kunstmatige ingrepen in de natuur, waaronder bioindustrie en (tot nader order) genetische manipulatie, zodat de natuurlijke genetische en soortelijke verscheidenheid intact blijft. Deze houding houdt tevens een afscheid in van het concept agrobusiness. Akkerbouw, tuinbouw en veeteelt moeten over alle sectoren en in al hun facetten ecologisch worden.
In deze geest zijn talrijke initiatieven en creatieve uitingen mogelijk en er schuilen tal van grote en kleinere uitdagingen in. Naar ons idee uitdagingen genoeg voor de hele 21ste eeuw.
– Marcel Rüter & Jan Koevoet
_____________________

1 E.O. Wilson, Het veelvormige leven, Amsterdam / Antwerpen 1994 (vert. van The diversity of life, 1992), blz 409
2 www.enviroweb.org, november 2000
3 www.earthfirst.org, november 2000

* * *


,,Het lijkt me bij uitstek de taak van de intellectuelen om bij te dragen aan de geboorte van een nieuw Europa, om gids te zijn bij de innerlijke transformatie van Europa, die haar van de barbaarse beschaving die ze is zal veranderen in een ware beschaving. Daartoe moet West-Europa een andere weg inslaan dan die welke door de Verenigde Staten en de Sovjetunie is gevolgd, die daardoor een overdreven en eenzijdige verschijningsvorm van Europa zelf zijn geworden. West-Europa zou moeten voorgaan in de poging om Verlichting en Vooruitgang te begrenzen om te voorkomen dat de mens zichzelf en de planeet Aarde zal vernietigen.” – Ton Lemaire, Twijfel aan Europa, Baarn 1990, blz 96

* * *

woensdag, maart 09, 2005

Gemeenschap en maatschappij

In 1996 schreef ik een artikel voor het nederlandstalige conservatief-revolutionaire blad "TeKoS" geheten "Gemeenschap en maatschappij: De actualiteit van Tönnies aan de vooravond van het derde millennium".
Nu, in 2005, heeft dit artikel weinig aan visie ingeboet. Sterker nog, de actualiteit van Ferdinand Tönnies zou wel eens de toekomst van ons Europa en de diversiteit van de volkeren kunnen betekenen. Daarom is het niet verkeerd eens terug te grijpen naar een artikel dat bijna 10 jaar terug werd geschreven en mogelijk voor anderen een inspiratiebron kan betekenen.

TeKoS Nr.83/1996

Gemeenschap en maatschappij -
De actualiteit van Tönnies aan de vooravond van het derde millennium


Aan het eind van deze twintigste eeuw worden we voortdurend geconfronteerd met de door de liberalen opgeeiste overwinning op het socialisme. Een overwinning die wordt doorgetrokken door met Fukuyama van de daken te schreeuwen dat de volgende eeuw voor het liberalisme zou zijn. Het liberalisme zou het best denkbare (economische) model opleveren voor de democratische samenleving en na het liberalisme zou er geen serieus alternatief meer kunnen ontstaan. De liberale zegetocht met haar streven ‘naar een zo groot mogelijke vrijheid van het individu’ is er een vol egoïsme. Want wanneer een tegenstelling wordt opgelost (liberale democratie versus communisme) of overstegen, zal op een hoger plan diezelfde oplossing een nieuwe tegenstelling in zich dragen, en uiteindelijk opnieuw tot een conflict leiden. Het is dan ook de arrogantie ten top om te stellen, dat na het liberalisme geen leven meer mogelijk zou zijn. Zeker wanneer kort na of zelfs tijdens de zegetocht al blijkt dat het liberale individualisme en het materialisme niet meer democratie (wat de definitie daarvan ook moge zijn) heeft gebracht, maar slechts geleidt heeft tot plutocratie en teloorgang van de politiek. Privatisering en individualisering gaan hand in hand, want de privatisering moet meer verantwoordelijkheden bij de burger leggen, onder de noemer: ‘Meer verantwoordelijkheid, meer vrijheid’. Zo ook de moralisering, want dat is ook onderdeel van de verantwoordelijkheid. De burger wordt aldus zelf verantwoordelijk voor alle zorg die voorheen door de staat, de zorgstaat, werd voldaan en niet alleen voor alle zorg maar ook verantwoordelijk voor het mogelijke voortbestaan van deze wereld. De strijd om overleving die daaruit voortkomt is er een vol van egoïsme en afgunst, maar vooral van afkeer en onverschilligheid. Afkeer van en onverschilligheid tegenover dezelfde politiek die haar die zogenaamde vrijheid heeft gegeven, omdat die politiek met haar moraliserende vingertje zelf al haar moraal aan haar laars lapt. De voorbeelden van corruptie, oncapabele mensen, belastingontduiking of achterdeurpolitiek worden dagelijks aan ons voorgelegd en lijkt te hebben geleid tot een nieuwe regentenstand. Een samenleving waar slechts het economische leven van belang schijnt te zijn, een plutocratie. Het wordt steeds meer duidelijk dat talloze besluiten al buiten het politieke stelsel genomen zijn. Het politieke stelsel is niet langer meer het organiserend principe van de gemeenschap en is verworden tot tweederangs activiteit waar overigens nog geen 4% van de bevolking deel aan heeft en dan nog slechts door middel van een stem eens per vier jaar bij verkiezingen. De betrokkenheid van de overheid met de gemeenschap, de samenleving, is volkomen verdwenen. En in een samenleving waar een egoïstische strijd om (economische) overleving heerst, waar algemeen belang niet meer in de woordenlijst voorkomt, daar kan ook geen solidariteit meer bestaan. Maar daar waar solidariteit en algemeen belang niet meer vanzelfsprekend zijn, daar valt de fraaie inrichting van een samenleving volledig uiteen en kan men niet meer spreken van gemeenschapszin. En een volk zonder gemeenschapszin, is geen volk en heeft ook geen overlevingskans. Zie alhier het ware gezicht en streven van het liberalisme. Spenglers ‘Untergang des Abendlandes’ had niet voor niets de laatste fase van een beschaving omschreven als ‘ceasarisme’, een vorm van dictatuur als logisch eindstadium van een door rationaliteit en geldzucht vernietigde (traditionele) cultuur.
Het is hier waar de lang verzwegen en verborgen naam en visies van een Ferdinand Tönnies weer naar boven komen. De in 1855 geboren Duitse socioloogTönnies zette met zijn visie op de sociologie een nieuw tijdperk in. Zijn beroemde werk “Gemeinschaft und Gesellschaft” uit 1887 bracht een duidelijk onderscheidt tussen gemeenschap en maatschappij, destijds beschreven als de gemeenschap van de ‘oude’ wereld tegenover en vervangen door de industriële revolutie gevormde maatschappij van de ‘nieuwe’ wereld. Tönnies leert ons dat die zogenaamde ‘oude’ wereld eeuwige (organische) waarden omvat en nooit vervangen kan worden door de ‘nieuwe’ wereld zonder de logische voornoemde consequenties. Het fundament van het sociale bouwsel is de gemeenschap. In haar bestaan de verstandverhoudingen tussen de mensen onder elkaar. Zij beroept zich op bloedbanden en gemeenschappelijk leven, op gevoelsmatige overeenstemming en diepe solidariteit, de volksgemeenschap. Zij is onbewust en puur geestelijk en slechts bij bedreiging is men haar bewust. “Gemeenschap is het voortdurende en echte samenleven”. Zij is het “levende organisme” waarin de mensen “wezenlijk verbonden” blijven, ondanks alle (mogelijke) verdeling. Het verval van de gemeenschap en de zegetocht van de (individualistische) maatschappij, een mechanisch aggregaat, leiden naar een gevaarlijke crisis. Alle mogelijke solidariteitsgevoelens worden vernietigd, de overdreven geestesontwikkeling (rationaliteit) verzwakt de vitaliteit. Het overdoorgevoerde individualisme en het alles bepalende materialisme zijn de tekenen van een maatschappij in haar laatste fase.
In de door Tönnies neergezette antithese ‘gemeenschap en maatschappij’ is het niet moeilijk de overeenkomsten met het huidige maatschappelijke leven te zien. Het is danook niet verwonderlijk dat vanuit diverse ideologische hoeken verwoedde pogingen gedaan worden om onderdelen uit sociologische leer van Tönnies te halen en te gebruiken als dekmantel voor de diverse tekortkomingen in die ideologieën. Het liberalisme spant hierbij de kroon door via een verbond met het conservatisme, waaruit een ‘conservatief liberalisme’ dient te ontstaan, na de moralisering ook het solidariteitsprincipe naar binnen te willen halen. Dat het liberalisme zelf de schuldige is aan het ontbreken, en eerder het wegvallen, van een publieke moraal en solidariteit in de samenleving, door de individualisering, is natuurlijk voor de liberalen moeilijk te erkennen, maar maakt wel duidelijk dat de liberalistische, en dus individualistische, maatschappij niet samengaat met publieke moraal en solidariteit. Klassiek liberalisme, conservatief liberalisme of postmodern liberalisme, liberalisme gebaseerd op John Stuart Mill en Hayek of liberalisme met een vleugje conservatisme of een pragmatisch liberalisme zonder theorie, geen der liberalistische stromingen zijn in staat het tij te keren bij een vasthoudendheid aan het individualisme.
Concluderend kunnen we stellen dat de essentie van de actualiteit van Tönnies’ leer hem zit in de ontmanteling van het liberalisme, dat met zijn ‘zo groot mogelijke vrijheid voor het individu’ leidt tot afbraak van solidariteit en algemeen belang en daarmee leidt tot de afbraak van de gemeenschapszin, waarzonder het volk alszodanig geen overlevingskansen meer heeft. Reden genoeg voor enige aandacht.
J.P.M. Rüter

Voor informatie en/of een proefnummer van TeKoS:
TeKos
Postbus 4
B-2110 Wijnegem

of

deltastichting@pandora.be

dinsdag, maart 08, 2005

Slecht Nieuws voor het Multi-Culturalisme in Europa !

Het schijnt dat Europeanen eindelijk zich realiseren dat multi-culturalisme eenvoudig niet werkt. De BBC rapporteerde maandag 7 maart 2005 over een rapport van de Internationale Federatie van Helsinki voor de Rechten van de mens (IHF) dat de anti-moslimmeningen en -houding zich meer en meer verspreid over Europa (IHF Report "Intolerance and Discrimination Against Muslims in the EU - Developments Since September 11"). Van Franse wetten die het dragen van traditionele Islamitische hoofddoekjes verbieden en een opiniepeiling in Duitsland waaruit wordt afgeleidt dat 80% van de mensen de Islam met terrorisme en de onderdrukking van vrouwen associëren tot aan de houding en mening van de meerderheid van de Nederlanders t.o.v. de Islam naar aanleiding van de laffe moord op Theo van Gogh.
Natuurlijk is de Internationale Federatie van Helsinki voor Rechten van de mens (IHF) bezorgd en wenst de media te gebruiken om te proberen de tolerantie t.o.v. de Islam te bevorderen. Zal dat werkelijk de houding en de mening van het volk veranderen, welke gebaseerd is op dagelijkse ervaringen en voorvallen ?

De harde waarheid is dat multi-culturalisme eenvoudig niet werkt, en wij hoeven slechts maar te denken aan de dramatische gebeurtenissen op de Balkan of maar terug te blikken op de vroegere Sovjetunie om de tragische gevolgen van dergelijke experimenten te zien.
Een gezonder alternatief is wat Alain de Benoist omschrijft als "ethno-pluralisme". Net zoals multi-culturalisme, stelt het ethno-pluralisme de volledige diversiteit van culturen en ethniciteiten in de wereld voorop. Maar in tegenstelling tot multiculturalisme stelt het ethno-pluralisme dat ware diversiteit slechts mogelijk is in het licht van haar sociale en culturele context. Volkeren zijn immers geen louter optelsom van individuele atomen, maar gehelen die een eigen persoonlijkheid (ethnisch kader, moedertaal, cultuur) hebben, gekneed en gesmeed door de geschiedenis.
De Arabische cultuur kan slechts binnen de Arabische samenleving bloeien, zoals de Europese culturen slechts in de Europese samenleving kan bloeien. Dit is een groot verschil met het multi-culturele paradigma dat verscheidene culturen binnen een zelfde samenleving samen kunnen bloeien. De Arabische en Europese cultuur kunnen eenvoudig weg niet zij aan zij binnen de Europese samenleving bloeien en vice versa. De twee culturen hangen totaal verschillende waardesystemen aan; en vooral omdat de Arabische samenleving is gebaseerd op het Islamitische onderwijs terwijl de Europese samenleving grotendeels is gebaseerd op het Christelijke onderwijs. De twee culturen zijn eenvoudig niet compatibel, dat is de reden zij vaak met elkaar in oorlog zijn geweest (herinnert u zich iets wat men de Kruistochten noemde?). Een boek dat dit uitermate duidelijk maakt en praktisch overal verkrijgbaar is, is "Het Westen en de Islam - over globalisering en terrorisme" van Roger Scruton.
Het is te hopen voor Europa's toekomst dat met de uitzending van de BBC daadwerkelijk blijkt dat we als Europese volkeren een stap in de goede richting hebben gezet. Een NEE tegen de Europese grondwet zou een logisch vervolg moeten kunnen zijn. De tijd zal het ons leren.

Voor het BBC-artikel: http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/europe/4325225.stm
Voor het IHF-rapport: http://www.ihf-hr.org/documents/doc_summary.php?sec_id=3&d_id=4029

Debat over de Europese grondwet in Maastricht

Debat over de Europese grondwet

Het Maastrichts Vredesplatform organiseert op 11 maart een debatavond over
de Europese Grondwet. Voor dit debat heeft het Maastrichts Vredesplatform
de SP als tegenstander en Groenlinks als voorstander uitgenodigd. Welke
personen zij zullen afvaardigen is op dit moment nog niet bekend. Ook de
vredesbeweging uit Aken zal aanwezig zijn.



In juni mag de bevolking van Nederland zich in een referendum uitspreken
over de Europese Grondwet. Verschillende partijen in de Tweede Kamer hebben
uitgesproken dat ze dit advies van de bevolking niet naast zich neer zullen
leggen. In het hele land gaan voorstanders en tegenstanders met elkaar in
debat over beginselen van oorlog, vrede, democratie en bewapening.

De Duitse vredesbeweging heeft zich uitgesproken tegen de huidige grondwet.
Zij zijn van mening dat het uitgangspunt om niet zelf aan te vallen
voorwaarde is voor een vreedzame politiek van de Europese lidstaten.

Het Maastrichts Vredesplatform sluit zich aan bij deze afwijzing.



Ook de volgende bepalingen in de grondwet zijn bedenkelijk in de ogen van
de vredesbewegingen :

· er geldt een bewapeningsverplichting voor alle lidstaten;

· gevechtsmissies in het buitenland zijn mogelijk "ter bescherming
van de normen en waarden van de Europese Unie en van haar belangen";

· oorlog als politiek instrument wordt niet afgekeurd en er wordt
geen afstand genomen van het gebruik van massavernietigingswapens;

· bij oorlogsmissies wordt het Europees Parlement niet geraadpleegd,
noch kan het zijn invloed aanwenden;

· het Europees Gerechtshof mag zich niet bemoeien met
veiligheidspolitiek.



Het debat vindt plaats op 11 maart in café d'n Avanceur, Helmstraat,
Maastricht. Aanvang 20.00 uur. Entree gratis.